Grondwaterwet
Artikel 35
1
De schade aan een onroerende zaak, welke is veroorzaakt door een onttrekking of infiltratie krachtens een vergunning als bedoeld in artikel 14, eerste lid, wordt door de vergunninghouder, indien en voorzover dit redelijkerwijze kan worden gevergd, ondervangen.
2
Indien en voorzover de schade niet is ondervangen, is de vergunninghouder desgevorderd verplicht jegens ieder die enig recht op het gebruik of het genot van de onroerende zaak heeft, die schade te vergoeden.
3
Niettemin kan een eigenaar van de onroerende zaak, indien door de aard of de omvang van de schade de eigendom van die zaak voor hem van te geringe betekenis is geworden, vorderen dat de vergunninghouder de onroerende zaak in eigendom overneemt.
4
De in het vorige lid bedoelde vordering kan worden gedaan zowel bij niet-aanvaarding van een als schadevergoeding aangeboden som als na aanvaarding daarvan.
5
De vorderingen, op grond van het eerste, het tweede en het derde lid, staan ter kennisneming van de rechtbank binnen wier rechtsgebied de onroerende zaak of het grootste gedeelte daarvan is gelegen.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN BI1852, Eerste aanleg - meervoudig, 200802897/2
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
22-04-2009
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Raad van StateBij besluit van 26 februari 2008 heeft het college van gedeputeerde staten van Overijssel (hierna: het college) aan de naamloze vennootschap Vitens N.V. (hierna: vergunninghoudster) een vergunning, als bedoeld in artikel 14 van de Grondwaterwet, verleend voor het onttrekken van 3.000.000 m3 grondwater... -
LJN AF9827, Eerste aanleg - enkelvoudig, 200205498/2
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
11-06-2003
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - enkelvoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Raad van State200205498/2. Datum uitspraak: 11 juni 2003 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: [appellant], wonend te [woonplaats] en gedeputeerde staten van Noord-Brabant, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 26 september 2002, kenmerk 861480, heeft verweerder de aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, Directoraat... -
LJN AO6051, Eerste aanleg - meervoudig, 200105932/1
Rechtsoort
Bestuursrecht overig
Datum uitspraak
24-03-2004
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Eerste aanleg - meervoudig
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Raad van StateBij besluit van 11 juni 1999, kenmerk 323877, heeft verweerder het verzoek van appellanten om schadevergoeding afgewezen.